MAZDA MODEL CX-3 2016 Beknopte handleiding (in Dutch)
Page 11 of 27
Tijdens het rijden
10
Ontgrendeltoets
Bedieningsorganen van de automatische transmissie
Diverse blokkeringen:
Geeft aan dat u om over te kunnen
schakelen het rempedaal moet
intrappen en de ontgrendeltoets
ingedrukt moet houden (het
contact dient op ON te staan).
Geeft aan dat de keuzehendel
vrij naar elke stand verplaatst
kan worden.
Geeft aan dat u om over te kunnen
schakelen de ontgrendeltoets
ingedrukt moet houden.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Transmissie”.
Drive-keuzeschakelaar
Drive-selectie
Drive-selectie is een systeem dat de drive-stand van de auto overschakelt. Wanneer
de sportstand is geselecteerd, geeft de auto bij de bediening van het gaspedaal een
krachtigere respons. Gebruik de sportstand wanneer een krachtigere respons van de
auto vereist is, zoals bij het invoegen op een snelweg of het accelereren bij inhalen.
Keuzemodusindicatielampje
Wanneer de sportstand wordt geselecteerd, gaat
het keuzemodusindicatielampje in de
instrumentengroep branden.
1. Druk voor het selecteren van de sportstand de drive-keuzeschakelaar naar
voren (“ ”).
2. Trek voor het annuleren van de sportstand de drive-keuzeschakelaar naar
achteren (“ ”).
Page 12 of 27
Tijdens het rijden
11
Zonder automatische
verlichtingsregelingMet automatische
verlichtingsregeling
Gebruik van de koplampen
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Schakelaars en regelaars”.
Schakelaar
Minder
gevoeligheid
Middenpositie
Hogere
gevoeligheid
Gebruik van de voorruitenwissers
Werking bij omhoogtrekken van de hendel
Intervalwerking (Met intervalruitenwisser)
Lage snelheid
SchakelaarstandBediening van de ruitenwissers
Hoge snelheid
Automatische regeling
(Met automatische ruitenwisserregeling)
Wanneer de
ruitenwisserhendel in
de stand staat,
tast de regensensor de
hoeveelheid regenval
op de voorruit af en
schakelt deze de
ruitenwissers
automatisch in of uit.
Met automatische
ruitenwisserregeling
Stop
Met intervalruitenwisser
Page 13 of 27
Tijdens het rijden
12Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “i-ACTIVSENSE”.
i-ACTIVSENSE
i-ACTIVSENSE is een collectieve benaming voor een reeks geavanceerde
beveiligings- en rijondersteuningsystemen welke gebruik maken van een
vooruitrijcamera (FSC) en radarsensoren.
Deze systemen bestaan uit actieve beveiligings- en anti-botsinghulpsystemen.
Hulpsystemen ter ondersteuning van de bestuurdersalertheid
• Aanpasbaar voorverlichtingssysteem (AFS)
• Koplampregelsysteem (HBC)
• Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
• Dodehoekmonitor (BSM)
• Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)
Deze systemen zijn bestemd om de bestuurder te ontlasten en te helpen veiliger te
rijden en botsingen te vermijden of de ernst daarvan te verminderen. Echter
aangezien elk van deze systemen hun beperkingen hebben, altijd voorzichtig rijden
en niet blindelings op deze systemen vertrouwen.
Actieve rijondersteuningstechnologie
De actieve rijondersteuningstechnologie ondersteunt de bestuurder bij het veiliger
rijden doordat deze helpt potentiële gevaren te onderkennen en ongelukken te
voorkomen.
Zichtbaarheid in het donker
Detectie aan linker/rechterzijde en achterzijde
Afstandherkenning tussen voertuigen
• Achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA)
Obstakeldetectie aan de achterzijde bij het wegrijden uit een parkeerplaats
• Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
Afstand tussen voertuigen
• Afstelbare snelheidsbegrenzer
Snelheidsregeling
Vermindering van de ernst van een botsing bij lage snelheden
• Stadsverkeer-remassistent (SCBS)
Anti-botsingtechnologie
De anti-botsingtechnologie is ontworpen om de bestuurder te helpen botsingen te
voorkomen of de ernst daarvan te verminderen in situaties waar deze niet
voorkomen kunnen worden.
Vooruit rijden
• Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
Vermindering van de ernst van een botsing bij gemiddelde/hoge snelheden
Bestuurdershulpsysteem
Page 14 of 27
13
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem”.
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem regelt de volgafstand al
naargelang de rijsnelheid met behulp van een radarsensor die de afstand ten
opzichte van een voorliggend voertuig meet, zodat de bestuurder het gaspedaal of
het rempedaal niet hoeft te gebruiken.
Als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen, omdat
bijvoorbeeld het voorliggende voertuig plotseling afremt, wordt tegelijkertijd een
waarschuwingsgeluid en een waarschuwingsindicatie op de display geactiveerd
om u te waarschuwen voldoende afstand tussen de voertuigen te bewaren.
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem op snelwegen en overige
autowegen waarbij niet veel herhaalde acceleratie en snelheidsmindering vereist is.
De volgende rijsnelheden kunnen ingesteld worden:
Vertrouw niet volledig op het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
en rijd altijd voorzichtig:
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem heeft beperkingen voor wat
betreft de mogelijkheid tot het bespeuren van voorliggende voertuigen, afhankelijk
van de weersomstandigheden en de toestand van de weg.
Verder is het mogelijk dat het systeem niet in staat is voldoende af te remmen
om een botsing met het voorliggende voertuig te vermijden als het
voorliggende voertuig plotseling afremt of een ander voertuig in de rijstrook
snijdt, waardoor een ongeluk veroorzaakt kan worden. Controleer de
veiligheid van de omgeving en let goed op de afstand tussen uw auto en de
voorliggende en achteropkomende voertuigen.
WAARSCHUWING
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem niet op de
volgende plaatsen. Anders kan dit een ongeluk tot gevolg hebben:
• Wegen met scherpe bochten, druk verkeer of wegen waarbij herhaalde en
veelvuldige acceleratie vereist is.
• Bij op- en afritten van knooppunten en pleisterplaatsen van snelwegen.
• Gladde wegen, zoals met ijs of sneeuw bedekte wegen.
• Lange, aflopende hellingen. • (Europese modellen)
Ongeveer 30 km/h tot 200 km/h
• (Behalve Europese modellen)
Ongeveer 30 km/h tot 145 km/h
Page 15 of 27
14
Tijdens het rijden
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem”.
Displayindicatie van Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeemInstellen van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
Het is mogelijk dat het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem tijdens
regen, mist, sneeuw of andere slechte weersomstandigheden geannuleerd wordt,
of wanneer de voorkant van de radiateurgrille vuil is.
OPMERKING
Onder de volgende omstandigheden wordt de werking van het Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem tijdelijk uitgeschakeld. Het indicatielampje
(groen) van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem gaat
tegelijkertijd uit.
• De CANCEL schakelaar wordt ingedrukt of het rempedaal wordt ingetrapt.
De status van de instelling van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
wordt aangegeven in de actief rijden display.
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden worden aangeduid door een waarschuwing.
• De handrem is aangetrokken.
• De keuzehendel staat in de stand P, N, of R (alleen stand R bij voertuigen
met handgeschakelde versnellingsbak).
• De rijsnelheid neemt af tot minder dan 25 km/h.
• Het DSC, Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS), of de
stadsverkeer-remassistent (SCBS) is in werking.
• Er wordt een defect in het systeem bespeurd.
Overige details worden beschreven in de betreffende tekst.
Voorliggend-voertuig display
MRCC
Ingestelde
rijsnelheid
MRCC Afstand-tussen-voertuigen display
Page 16 of 27
Tijdens het rijden
15Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem”.
Instellen van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
Instellen van de snelheid
Wanneer de ON schakelaar wordt ingedrukt, kan de rijsnelheid en de afstand
tussen voertuigen bij het rijden met volgafstandregeling ingesteld worden. De
indicatie van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem wordt getoond in
de display van de instrumentengroep.
1. Stel de rijsnelheid af op de gewenste instelling met behulp van het gaspedaal.
2. Volgafstandregeling begint wanneer de SET + of SET - schakelaar wordt
ingedrukt. De ingestelde snelheid en de afstand-tussen-voertuigen display
gevuld met witte lijnen wordt getoond.
RijstatusTijdens het rijden met
constante snelheidTijdens het rijden met
volgafstandregeling
Display
ON/OFF schakelaar
OFF schakelaar ON schakelaar
CANCEL schakelaar CANCEL schakelaar
schakelaar schakelaarschakelaar schakelaar
Zonder afstelbare snelheidsbegrenzerMet afstelbare snelheidsbegrenzer
SET+/SET- schakelaar SET+/SET- schakelaarRESUME
schakelaar RESUME
schakelaar
Page 17 of 27
Tijdens het rijden
1616Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem”.
Instellen van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
Instellen van de afstand tussen voertuigen tijdens volgafstandregeling
De afstand tussen voertuigen wordt korter ingesteld telkens wanneer de
schakelaar wordt ingedrukt. De afstand tussen voertuigen wordt langer ingesteld
door het indrukken van de schakelaar. De afstand-tussen-voertuigen kan
ingesteld worden op 4 niveaus; lang, midden, kort en extreem korte afstand.
Richtlijn voor
afstand-tussen-voertuigen
(bij een rijsnelheid van 80
km/h)
Indicatie op
display
Lang
(ongeveer
50 m)Midden
(ongeveer
40 m)Kort
(ongeveer
30 m)Buitengewoon
kort
(ongeveer 25
m)
Wijzig de ingestelde rijsnelheid
Wijzigen van de ingestelde rijsnelheid met behulp van de SET + / SET -
schakelaar
Houd de SET + of SET - schakelaar ingedrukt om de ingestelde rijsnelheid in
stappen van 10 km/h af te stellen.
De ingestelde rijsnelheid kan ook afgesteld worden in stappen van 1 km/h
(Europese modellen) of 5 km/h (Behalve Europese modellen) door het indrukken
en onmiddellijk loslaten van de SET + of SET - schakelaar.
Accelereren met behulp van het gaspedaal
Trap het gaspedaal in en druk de SET + of SET - schakelaar bij de gewenste
snelheid in en laat deze los. Als een schakelaar niet gebruikt kan worden, keert het
systeem terug naar de ingestelde snelheid wanneer u uw voet van het gaspedaal
afhaalt.
Waarschuwing voor korte volgafstand
Als uw auto het voorliggende voertuig snel nadert omdat het
voertuig plotseling afremt terwijl u met volgafstandregeling
rijdt, wordt het waarschuwingsgeluid geactiveerd en wordt
de remwaarschuwing aangegeven in de display.
Controleer altijd de veiligheid van de omgeving en trap het
rempedaal in terwijl u een veiliger afstand ten opzichte van
het voorliggende voertuig aanhoudt. Houd ook altijd een
veiliger afstand aan ten opzichte van achteropkomende
voertuigen.
Page 18 of 27
Tijdens het rijden
17
Stadsverkeer-remassistent (SCBS)
Het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) is bestemd schade in het
geval van een botsing te beperken door het in werking stellen van de rembesturing
(SCBS rem) wanneer de lasersensor (voor) van het systeem een voorliggend
voertuig bespeurt en bepaalt dat een botsing met het voorliggend voertuig niet te
vermijden is.
Een botsing kan mogelijk ook vermeden worden als de relatieve snelheid tussen
uw auto en het voorliggend voertuig minder is dan ongeveer 20 km/h.
Vertrouw niet volledig op het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS):
De stadsverkeer-remassistent (SCBS) is een systeem dat in werking treedt in respons
op een voorliggend voertuig. Deze is niet van toepassing op tweewielige voertuigen
of voetgangers.
Als de hoogte van de auto of de overhelling gewijzigd wordt, kan het
systeem de voorliggende voertuigen of de obstakels niet correct bespeuren,
waardoor de stadsverkeer-remassistent (SCBS) niet normaal functioneert
of abusievelijk functioneert. Dit kan een ernstig ongeluk veroorzaken.
WAARSCHUWING
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Stadsverkeer-remassistent (SCBS)”.
De stadsverkeer-remassistent (SCBS) bespeurt een voorliggend voertuig door
het uitzenden van een nabij infrarood laserstraal en het opvangen van de straal
die door de reflector van het voorliggend voertuig weerkaatst wordt en dit
vervolgens voor de meting te gebruiken. Als gevolg bestaat de kans dat de
stadsverkeer-remassistent (SCBS) onder de volgende omstandigheden niet
functioneert:
• Vrachtwagens met lage laadbodems, uiterst langzaam rijdende voertuigen en
voertuigen met een hoge opbouw. OPMERKING
• Bij slechte weersomstandigheden, zoals regen, mist en sneeuw.
• De ruitensproeier wordt gebruikt of de voorruitenwissers worden niet
gebruikt wanneer het regent.
• Wanneer de voorruit vuil is.
• Het stuurwiel wordt volledig naar links of rechts gedraaid, of u laat de auto
snel accelereren en komt dichtbij het voorliggende voertuig. Overige details
worden beschreven in de betreffende tekst.
Page 19 of 27
18
Tijdens het rijden
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is een systeem dat de
bestuurder waarschuwt voor een mogelijke botsing door middel van een indicator
en een waarschuwingsgeluid in de instrumentengroep bij een rijsnelheid van 15
km/h of sneller en de radarsensor (voor) van het systeem bepaalt dat uw auto met
een voorliggend voertuig in botsing kan komen. Als verder de radarsensor (voor)
bepaalt dat een botsing onvermijdelijk is, wordt de automatische remregeling
uitgevoerd om schade in het geval van een botsing te verminderen.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)”.
Vertrouw niet volledig op het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) en
rijd altijd voorzichtig:
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is enkel bestemd om in het geval van
een botsing schade te verminderen. De mogelijkheid voor het bespeuren van obstakels
is beperkt afhankelijk van het obstakel, weersomstandigheden of verkeerssituaties.
Controleer de veiligheid van de omgeving en let goed op de afstand tussen uw
auto en de voorliggende en achteropkomende voertuigen.
WAARSCHUWING
Page 20 of 27
Tijdens het rijden
19Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)”.
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
OPMERKING
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert mogelijk niet
onder de volgende omstandigheden:
• Als er de kans bestaat van het botsen tegen enkel een deel van het
voorliggende voertuig.
Hoewel de objecten waardoor het systeem geactiveerd wordt vierwielige
voertuigen zijn, is het mogelijk dat de radarsensor de volgende objecten
bespeurt, bepaalt dat deze obstakels zijn en het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) activeert.
• Objecten op de weg bij de ingang van een bocht (zoals vangrails en
sneeuwbanken).
Als er de kans bestaat op een botsing met een voorliggend
voertuig of obstakel, klinkt er onafgebroken een pieptoon
en wordt een waarschuwing aangegeven op de display.
Waarschuwing voor botsing
Overige details worden beschreven in de betreffende tekst.
Overige details worden beschreven in de betreffende tekst.
• De auto met dezelfde snelheid rijdt als het voorliggende voertuig.
• Het rempedaal, stuurwiel, de keuzehendel of een richtingaanwijzer
wordt bediend.
• Er verschijnt een voertuig in de tegengestelde rijstrook bij het rijden om
een hoek of het maken van een bocht.
• Bij het rijden over een smalle brug, onder een lage doorgang of door een
tunnel, door een smalle poort, of het binnenrijden van een ondergrondse
parkeergarage.
• Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.
• Tweewielige voertuigen, zoals motorfietsen en fietsen, voetgangers,
bomen.